Biomassaketel ervaring van fam. Aarts
Graag maak ik van de gelegenheid gebruik om u terug te koppelen over mijn ervaringen n.a.v. de aankoop van een ATMOS DC 150S biomassaketel en overige componenten bij 123-Kaminofen.
Om te beginnen heb ik de aanschaf van de ketel en componenten in eigen hand gehouden om ervoor te zorgen dat alle door mij gewenste componenten, die je niet snel vindt bij de standaard kachelshop, aanwezig waren voor de installateur met de opbouw van de installatie zou beginnen. Ik heb dit ook gedaan om alles m.b.t. mijn subsidieaanvraag zelf in de hand te houden. De keuze om mijn huidige installatie van slechts 50 kW te vervangen door een installatie van 150 kW is namelijk mede ingegeven door de SDE-subsidie van 1460 € die op dit type ketel door de Nederlandse overheid in 2018 wordt gegeven en die subsidie blijft waarschijnlijk ook in 2019 voor particulieren en bedrijven beschikbaar. Voor bedrijven komt daar zelfs nog een extra btw-voordeel bij kijken, indien de ketel voor gebruik binnen het bedrijf wordt aangeschaft. Bedrijven krijgen bovendien eerst de subsidie toegewezen en uitgekeerd en schaffen dan pas de ketel aan, voor particulieren geldt dat ze juist eerst de ketel gekocht en geplaatst moeten hebben voor er subsidie aangevraagd kan worden.
Levering. De ketel en componenten werden keurig op de afgesproken datum en tijd door een lokale transporteur afgeleverd. Het is bij de aflevering wel opletten waar je de ketel laat wegzetten. De ketel weegt duizend kilo en laat zich niet met een palletwagen over een ongelijke vloer of bestrating verplaatsen. Beschik je niet over een heftruck laat dan de transporteur de ketel direct goed weg zetten op een plek waar je de ketel eenvoudig weer met een heftruck of palletwagen (bij een gladde betonvloer) kunt verzetten. De transporteur zet de moeilijk hanteerbare vracht liefst voor de deur of net achter de deur en dan heb je toch een uitdaging. (zie foto 2).
Controleer de levering goed. De componenten zijn niet voor niets met zorg, althans door mij, gekozen bij dit type ketel. Ook in mijn geval kwam ik er na controle achter dat een klep met de verkeerde diameter was geleverd en hetzelfde gold voor de geleverde filters die ik op de aanvoerleidingen naar mijn klep heb laten installeren. Dit om te voorkomen dat er vuil in klep en pomp terecht zou komen. De klep kon ik na overleg met 123 – Kaminofen zonder problemen omruilen. Dat de filters niet de gewenste diameter hadden, merkte ik pas tijdens de installatie. Gelukkig kon mijn installateur uit voorraad de gewenste filters aan mij leveren. Ik heb het probleem met de filters niet meer bij 123 – Kaminofen aangekaart, omdat er ondertussen al maanden zat tussen aanschaf van de componenten en mijn ontdekking dat de verkeerde filters waren geleverd. Kortom, controleer de levering niet alleen op compleetheid, maar ook op details als juiste diameter en juiste versie van een artikel.
Een goede installateur is goud waard. Het is niet verstandig om een 150 kW installatie door de eerste de beste installateur te laten ontwerpen en plaatsen. Een goede installateur onderzoekt al voor plaatsing de locatie waar de klant gedacht had de installatie weg te zetten. Daarbij onderzoekt hij niet alleen of de standaardvoorzieningen zoals voldoende stopcontacten, een afvoer voor water en waterleiding aanwezig is, maar ook of de vloer het gewicht van de installatie kan dragen. Een ketel met een buffervat van 10.000 liter (zie foto 3) weegt bij elkaar ruim meer dan 12000 kilo. Plaatsen boven een kelder of oude gierput kan dan tot ernstige problemen leiden. Ook het oppervlakte beslag, wat nodig is voor de totale installatie (dus inclusief de ruimte rond de ketel en voor het stookhout), is ook nog een dingetje om bij stil te staan. Ook de hoogte van de installatie, als je een 10.000 litervat als buffervat wilt laten plaatsen, kan tot problemen leiden. Hoewel Atmos minimaal 5000 liter aan buffervatcapaciteit voor een 150 kW ketel aanbeveelt, leert de berekening van mijn installateur, dat de energie die nodig is om een dergelijk buffervat op te warmen, vergelijkbaar is met de hoeveelheid hout die in één keer in de ketel past. De kans is dan groot dat de ketel, zeker bij weinig warmtevraag, het buffervat volledig heeft opgewarmd voor de ketel is leeg gebrand. De ketel kan zijn warmte dan onvoldoende kwijt en gaat dan erg vervuilend en minder efficiënt branden (met de kans dat de ketel te warm wordt en de oververhittingveiligheid de ketel gaat koelen). Wil je met een volledig gevulde kachel door kunnen stoken, dan vraagt dit een buffervat van minimaal 8000 à 10.000 liter.
De installatie. Bij de opbouw van mijn installatie heb ik mij laten leiden door de adviezen van mijn installateur. Daarbij is hij uitgegaan van de diameters aanwezig op de ketel. Voor het verwarmingswater is de aansluiting 2”, d.w.z. dat voor het korte retourcircuit (om de ketel snel op bedrijfstemperatuur te krijgen) buizen en componenten nodig zijn met diezelfde diameter.
De pomp. Verder heeft hij berekend, wat de pomp in dit circuit aan opbrengend vermogen nodig heeft. Niet alleen moet de pomp voldoende krachtig zijn om het water omhoog te pompen tot boven in het buffervat, maar ook om het water met voldoende snelheid door de ketel te jagen. Voor de pomp is gekozen voor de DAB Evoplus v2.0 (small), die beschikt over het juiste vermogen en is beschikbaar met een pomphuis met 2” aansluitingen. Vergeet ook niet bij 123 – Kaminofen de benodigde 2” pompkoppelingen mee te bestellen.
De 3 wegklep. Om via het korte circuit de ketel snel op bedrijfstemperatuur te krijgen, heb je een regelbare 3 wegklep nodig. Ik heb daarvoor de ESBE VRG 131 2” 3 wegklep gekozen met de bijbehorende ESBE CRA 111 regeleenheid. Het enige minpuntje van deze combinatie vind ik het voedingsdeel. De bijgeleverde voeding heeft eerder iets weg van een telefoonoplader en is minder robuust dan je wenst in een dergelijke meer industriële toepassing. (foto 4)
De veiligheden thermisch- en overdrukbeveiliging. Omdat een 150 kW ketel op het moment dat de ketel vol in bedrijf is een serieuze hoeveelheid energie vertegenwoordigt, heb ik ervoor gekozen de veiligheden dubbel uit te laten voeren.
Voor de thermische beveiliging heb ik twee Afriso thermische kleppen geplaatst (de TAS 03 met 1300 mm capillair). Omdat de ketel slechts voorziet in één aansluiting voor een thermische klep, heeft mijn installateur een maatverpassing gemaakt op de bovenste 1” reserve uitgang (de uitgang voor bijvoorbeeld het aansluiten van een expansietank of heet watercircuit) om te komen tot ½” binnendraad met voldoende ruimte voor de te plaatsen huls van de temperatuurvoeler. Het koelcircuit werd gecompleteerd met een manometer, om voor het aansteken van de ketel snel te kunnen controleren of er druk op de waterleiding staat, een terugstroomklep, om terugstroom (circulatie) door verwarming van het koelwater in het waterleidingsysteem te voorkomen, en een expansievat van 2 liter, om de druk van het water bij verwarming in het koelsysteem van de ketel op te vangen. Bij de aankoop van het expansievat is het zaak eerst de waterdruk bij je aansluiting te controleren. De waterdruk in Nederland kan variëren van minder dan 2 bar tot ruim boven de 3 bar. Expansievaten voor CV installaties kennen vaak een max druk van 3 bar en schieten daarmee in de meeste gevallen te kort voor toepassing op je waterleiding (koelcircuit). (foto 5)
Boven op het korte circuit van de ketel en zo dicht mogelijk bij de ketel zijn twee Afriso KSG Magnum 200 kW ketelveiligheidgroepen geplaatst om in voorkomend geval automatisch te hoge druk in het systeem te voorkomen. Om de veiligheden bij hun taak te helpen, raad ik aan, indien mogelijk, de 2” buizen te handhaven tot aan het buffervat. Dit helpt bij uitval van de elektriciteit (of bijvoorbeeld een defecte pomp) om de natuurlijke circulatie van het warme water uit de ketel naar het buffervat te bevorderen en samen met de veiligheden gevaarlijke situaties te voorkomen. Veel installateurs knijpen de installatie na het korte circuit van 2” naar 38 mm (of doen dit zelfs al vanaf de ketel) wat ik om meerdere redenen niet aanbeveel. (foto 6)
Het rookkanaal. Ik vermeld het als laatste, maar het is het eerste wat je moet doen. De ketel heeft een meegeleverde pijp, die je aan moet sluiten op je schoorsteen. In mijn geval een dubbelwandige 200mm schoorsteen met een kap tegen valwinden. Op het moment dat er nog niets op de ketel is aangesloten, kun je de ketel nog verplaatsen tot hij pasmaat op je schoorsteen aangesloten is met de meegeleverde kachelpijp. Daarna is de geplaatste ketel een feit en moet je je installatiewerk afstemmen op deze bestaande situatie. (foto 1)
Tot zover mijn positieve ervaringen met zowel mijn installateur, Denissen Techniek uit Nispen, en 123 – Kaminofen, die zorg heeft gedragen voor de levering van de ketel en alle benodigde componenten.
